Tram in Rosenthal
In Rosenthal gaat in 1867 een nieuwe tram rijden, aangedreven door een Rokuhan shorty, maar die past er niet in. Hoe lost de firma Krauss dat op?
|
Shorty in 10 stukken
Já, dat zetten ze nou wel in het Thalgau Tagblatt, maar ik heb alleen een shorty en daar moet de firma Krauss hem van maken! Dat is nog een hele uitzoekerij. Want ik heb weliswaar een leuk ontwerp, maar daar past zo'n shorty helemaal niet in. De schuine motor ligt te hoog en het chassis is te lang. Dat wordt zagen! Eerst maar eens zien wat er in zo'n shorty zit. Ik wip het deksel eraf en meteen beginnen er vrolijk drie ballastgewichtjes rond te huppelen.
Ze staan rechstboven op de foto. Het aangedreven draaistel is geborgd met een asje. Als dat eruit is kun je ook de motor eruit wippen, maar dat zit met dunne draadjes via een printje aan het andere draaistel. Dat gaat er tussen uit en dan ligt hij in 10 stukken.
Het chassis
Nu zaag ik het kunststof chassis vóór en achter op de lengte van mijn trammetje. Ik verwijder ook een deel van de zijkanten om de gewichtjes straks te kunnen plaatsen.
Normaal ligt de motor in een shorty schuin omhoog, maar deze moet lager. Dat betekent dat de onderhelft van het chassis zover verlaagd moet worden dat het wormwiel nog de tandwieltjes van het draaistel pakt. Aangezien ik er vanuit ga dat de motor onverwoestbaar is (en ook goedkoop) lijm ik hem op het uitgevijlde chassis.
Met epoxy zit hij straks muurvast. Ik soldeer de draadjes weer op hun plek, maar het printje laat ik weg. Opzij van de motor lijm ik de twee blokjes. Als ik mijn shorty-est nu vergelijk met de oerversie is hij bijna 10mm korter geworden.
Ik heb de fout gemaakt om van het niet-aangedreven draaistel de 'wangetjes' af te halen. Daardoor viel het uit elkaar. Het was een hele klus om er weer een draaistel van te maken, niet doen dus. Nu is het moment om te gaan testen met 'aanhanger', hier een verkorte Pruis, nu op 2 assen. De shorty heeft van nature antislip-bandjes en trekt wel drie wagentjes weg, zelfs tegen een steile helling op.
Het prototype
Als het technisch allemaal een beetje 'klapt' wordt het tijd voor een prototypetje. Dan klim ik in mijn tekenprogramma (Coreldraw) en maak een grafische verkleining van een bestaand trammetje. Zo is er een Dampfwaggon van de firma Ringhöffer van 1880 voor de Elbocenter-Localbahn waar ze mij in Rosenthal op wezen.
Eigenlijk teken ik gewoon een bouwplaatje, ware het niet dat ik het amateuristische van een papieren modelletje wil overtreffen met details. In dit geval wordt het een eclectisch trammetje ofwel een mix van een aantal échte die ik leuk vindt, want in Thalgau hoeft men echt niet met imitaties van Duitse trams te rijden, daar hebben ze ook zelf wel designers (mij dus).
Het prototype is niet meer dan een fotokartonnen doosje, maar alles inclusief de motor past onder dak en als het rijdt ziet het er meteen trammig uit. Nu ga ik er twee bouwen, een blauwe en één wordt okerbruin.
In Rosenthal, waar hij vanuit het dorp bergopwaarts gaat rijden naar het Freilichtmuseum, wordt het een blauwe.
Beide krijgen een bijwagen voor als het druk is in vakantietijd. Dat kan een 2-assig Beiers lokaaltje zijn, maar ik heb alleen draaistelletjes van de firma Microtrains beschikbaar.
Om ze niet al teveel te laten verschillen worden tram en bijwagen dan maar tweelingen. De bodem wordt van metaal, met een gevouwen draad soldeer verzwaard, zodat hij niet ontspoort. Als koppelingen buig ik haakjes en oogjes van 0,25mm metaaldraad. Mijn bouwplaatje print ik op 170gr fotokarton en bespuit ik met matte (uv-resistant) lak. Nu snijdt ik de ramen uit en voorzie ze van binnenuit van op sheet geprinte ramen. Ik ril ze aan de binnenkant en vouw ze scherp om over een stalen lineaaltje. Om er een nét rechthoekig doosje van de maken schuin ik de hoeken van de te lijmen kanten in. Je kunt er ook de kartondikte afhalen (0,2mm), maar dan moet je de witte lijmrand straks afwerken.
Dak en details
Op zilverkleurig karton print ik het dakje uit, maak dat bol over een rond potlood en lijm het er als dakje op. De rest is detailleren: luchters en koplampen van plakjes koperdraad (of ledjes), de schoorsteen van 1,5mm koperen buis, een bagagerek van fijn zeefgaas, een persluchtketel van installatiedraad 1,5mm etc. De fijnproever kan in de cabine nog een (halve) Preisermachinist plaatsen of een conducteur op de bijwagen.
Het resultaat is dat je ultrakorte trammetje door de kleinste bochtjes steil omhoog kuiert met een bijwagentje. Zoiets vinden Zetties nu eenmaal leuk, niks aan te doen...