Spoorbreedten tabel
Elke Länderbahn moest zichzelf uitvinden. Zo ontstonden eigen regels. Niet alleen de stationsgebouwen verschilden in bouwstijl, ook de peronhoogten verschilden.
Zo kon de hoftrein van koning Ludwig lang niet alle stations passeren zonder zijn treeplanken te riskeren. Zelfs de spoorbreedten waren niet uniform. Het omzetten naar normaal-spoor 1435mm werd een enorme klus In de tabel hieronder vind je enkele spoorbreedten die zoal zijn gebruikt. Veel verdween of werd aangepast.
Zo werd in 1892 Brunels breedspoor in één weekend omgebouwd tot normaalspoor Naast dit 1435mm spoor zijn nu ook nog 1524mm en 1676mm in gebruik
Stephenson bepaalde de hartafstand van het spoor op vijf Engelse voet, ofwel ca 1500mm. Gebruikelijk in de mijnbouw vanwege de smalle gangen was vier voet. Het gemiddelde werd genomen ofwe 4.5 voet (1420mm). Maar in de nauwe bochten bleek 15mm extra noodzakelijk. Vanwege de minimale bielslengte, die de aanlegkosten beperkte werd de echte spoorbreedte bepaald door de wielflenzen binnen de spoorstaven, die staven waren 2,5 inch dik, ca. 65mm. Normaalspoor is dus 1500 -/- (2x 1/2x 65mm) ofwel 1435mm.
Download de tabel als