Thomaswagen
In eerste instantie doet hij me denken aan een rij ouderwetse keukenkastjes met verschillende kleuren en hoogten, maar juist daarom vind ik hem leuk:
De Sächsische Thomaswagen. Hij is een schakel in een logische ontwikkeling. In 1879 reed bij Leobersdorf nog een apart locje met een dubbeldeks rijtuig. Daarvoor waren twee man nodig, een stoker en een machinist. Obermaschinenmeister Georg Thomas ontwikkelde in 1879 een 3-assige wagen voor de Hessische Ludwigsbahn die je in je ééntje kon besturen.
Overdwars was een kleine stoom machine geplaatst die de machinist zelf kon stoken. Het bestond uit een 1-assig aandrijfdeel en een 2-assige dubbeldeks rijtuig. Ze waren vast verbonden, maar scheidbaar voor reparaties en onderhoud. Je zette er gewoon een hulpas onder en kon het stoomdeel zo afkoppelen. Dat stoomdeel maakte de Maschinenfabrik Esslingen, het rijtuig de Maschinenbau-AG Nürnberg. Het was de eerste Dampftriebwagen Trw in het publieke verkeer. In 1880 kwamen er nog twee bij. Daarover vind je meer op Die Riedbahn.
Twee maal Thomas in 1883
In 1883 werden er twee gebouwd voor de Oels-Gnesener Eisenbahn (OGE), nrs I en II. Het stoomdeel kwam nu van de firma Hohenzollern te Düsseldorf. Het rijtuigdeel was nu niet meer met hout, maar met metaal beplaat en iets langer. In hetzelfde jaar kwamen er nóg twee bij voor KED Elberfeld, nrs 1 en 2. Het rijtuigdeel was daar nóg een meter langer en had een apart postruim. Thomaswagens kwamen later allemaal bij het staatsbedrijf K.P.u.Gh.St.E. Tegen 1910 werden ze afgedankt. Alleen de rijuigdelen werden soms nog hergebruikt als rijtuig.
Verschillende uitvoeringen
Ook de Sächsische Eisenbahn van 1882 had er drie, nrs A, B en C, maar met een wat groter stookvlak om sneller op stoom te zijn. In het bovenste rijtuigdeel, nét 2m breed met houten banken langs de wanden deinde het mindere volk, de topzware 3e klasse, over het spoor. De 2e klasse zat beneden wat comfortabeler. Ook de Sächsische hadden een apart postruimte.
Het leuke is dat van alle uitvoeringen nog tekeningen of schetsen zijn. Maar oude foto’s tonen wel flinke afwijkingen van de tekeningen. Modelbouwers hebben rond 1989 een soort gemiddelde gedestilleerd. Daaruit is de Thomas-wagen van Sächsen de meest gelijke gebleken. Dat is dan ook degene die ik wil bouwen.
Gegevens Thomaswagen
Tweemaal Thomas in 2019
Ik ben hem opZ twee maal gaan bouwen rondom een rail-reinigingswagen 88020 van 1983. Die getande schraapwielen moesten er dan uit. De flensloze en de achterste wielen heb ik vervangen door twee aandrijfassen uit een Br89. Voorin lijmde ik een messingbus met een loopas uit een 3-assig pruisisch rijtuig. De asafstanden kloppen dan niet helemaal, maar dat valt nauwelijks op daar ze heel diep onder het rijtuigdeel zijn verscholen.
Het achterbalkon moest ik er afslijpen voor het trapgedeelte. Die wenteltrap was nog een hele toer opZ, maar hij is gelukt met een hulp constructie. Die wordt beschreven op de website Triebwagen.
De schoorsteen heb ik gedraaid uit rond messing 3mm. Daarna komt er nog heel wat gedetailleer bij kijken, hekwerk, gripstangen, luiken en de bufferbalk.
Dit zijn ze tenslotte geworden.
Bayerische MBCi
Hierna ga ik misschien nog een Bayerische MBCi bouwen, ook een afgeleide van de Thomaswagen, maar met een draaistel inplaats van de achteras. Die is uit 1882.