Baureihe 03: de Bullet

Br03 de Bullet | spoor Z 1:220

Rond 1930 wordt de aerodynamica hot: alles moet er opeens snel uitzien, tot broodroosters toe. Dus moest er ook een supersnelle stoomloc komen

om te concurreren met snelle dieseltreinstellen. Dat vereiste heel wat onderzoek. Men experimenteerde met een Br03 die een bekleed loopwerk kreeg en een bolle neus, de zogenaamde 'bulletloc'. De firma Borsig bouwde onder leiding van August Meister later de Br05 die alle snelheidsrecords brak.

In eerste instantie werd de BR03109 niet veel sneller, maar wel zuiniger wat de Grünewalder testers voor een raadsel stelde.
Hij kwam onder de verbruikswaarden van alle tot dan toe onderzochte locs. Het stoomverbruik bereikte waarden onder de 6,0kg/pSeh (en dat is heel weinig). Normaal gaat bij hogere snelheid de prestatiecurve omlaag: er wordt meer stoom verbruikt dan de ketel produceert.
Maar bij deze BR03109 was dat niet zo! Deze BR03 was een mysterie. Had men hier de ideale sneltreinloc te pakken? Als gevolg daarvan koos Borsig ze opeens als snelheids testmonsters met stroomlijnbekleding.

Speciaal voor tests van professor Nordmann tuigde men de BR03154 op met volledige bekleding, een spitscabine (zoals de Bayerische S3/6) en een parabolische rookkamerdeur, die hem de bijnaam Bullet opleverde.

Br03 met bullet bekleding

Je had alleen wel acrobaten nodig voor het drijfwerkonderhoud. De tests waren zo zwaar dat het drijfwerk roodgloeiend stond en de rolluiken waren geblakerd. Na de tests sloopte men weer een deel van de bekleding en zette hem in voor normale sneltreinen.

Br03 met deels verwijderde bekleding

De Bulletloc maken

Nu is die Bulletloc zo'n vreemd uitziend apparaat dat ik hem tweemaal opZ heb gebouwd uit de gewone Br03 (Märklin 8885).

Dat begint met het opmeten van de 'donorloc', want de bekleding moet precies passen. Bovendien moeten de Wagner windleibladen daar één geheel mee vormen. Ik teken de bekleding en overweeg of ik sommige van de rolluiken opzij zal openzetten.

De bekleding van Br03 de Bullet | spoor Z 1:220

Maar uit een experimentje blijkt dat de stroomlijnschaal zijn stijfheid verliest en bobbelig wordt.

Br03 de bullet

Een dichte schaal dus, maar wél met een uitbollende voorkant onder de bufferbalk. Die bolling is natuurlijk wel 'een dingetje'. Hoe doe je dat in karton?

Ik teken een getand ronde voorkant en een losse ronde dwarsbalk.

tekening van de getande voorkant Br03 de Bullet | spoor Z 1:220

De tandjes lijm ik één voor één tot een zekere bolling ontstaat. Daarna moet ik de onderrand versterken zodat het drijfwerk vrij blijft. Er moet ook nog een opening uit voor het cilinderblok. Als dat allemaal gelukt is heb ik dus een linker en een rechter schaal. Die lijm ik zo exact mogelijk op de omloop, zodat de cilinders er doorheen steken. Vervolgens verbind ik de zijschalen vooraan door de ronding onder de bufferbalk en dan is de basis van die schaal klaar.

Br03 de Bullet bekleding knippen | spoor Z 1:220

Maar om nu te zeggen 'mooi rond' is hij niet, want door al die lijmnaadjes is er hooguit een basisvorm. Daar moet wat op verzonnen worden...

tekening bekleding Br03 bullet | spoor Z 1:220

Voorlopig maak ik eerst maar de spitscabine. Die is te herleiden uit foto's en mijn model 8885. Ik teken hem uit, maar moet hem een keer of vijf afdanken. Want de Br03 van Märklin is als metalen model 'lossend' ontworpen om uit de gietmal te komen. Dat betekent dat de omloop onder de ketel niet horizontaal is, maar schuin. Dit vereist een heel aparte vorm voor de spitscabine die pas na meerdere versies lukt.

De laatste stap van de ruwbouw is die dikke drankneus. Ik snuffel net zolang door de prachtige kralenvoorraad van mijn vrouw tot ik een min of meer ronde kraal vind van 8,2mm. Dat is namelijk precies de diameter van Märklins ketel. Nu is er bijna niets zo frustrerend als het precies halveren van een kogelvormige kraal. Die kraal is de hele kamer door geweest, maar uiteindelijk ligt hij onder mijn triomfantelijke blik in twee helften voor me. Nu wil ik zoveel mogelijk 'omkeerbaar' werken. Dat betekent dat ik niet de keteldeur vlak wil vijlen. Die dik ik dus eerst op met een vulmiddel. Daardoor kan ik de halve kraal op een "bedje" plakken en de vorm uiteindelijk parabolisch maken.

Daar staat hij dan in zijn ruwe vorm, twee dagen werk!

Br03 de Bullet in zijn ruwe vorm | spoor Z 1:220

De truc

Maar nu de truc: Door dit vulmiddel te verdunnen kan ik het penselen. Het krijgt dan de viscositeit van dunne yoghurt. Zo penseelde ik ook mijn mammoet opZ, maar nu gebruik ik die techniek om de ruwe voorkant met lijmnaadjes mooi glad en glooiend te maken. Als dit (na drie, vier laagjes) uitgehard is vijl ik hem nog mooi rond.

fwerken van de Br03 de Bullet | spoor Z 1:220

Tenslotte verf ik hem mooi zwart met zijdematte Revell en voorzie hem van details als gripstangen, lampbeugels, bufferarmaturen en dergelijke. Ook de tender wordt afgewerkt met trappen, een kortkoppeling en échte kolen.

De tender afwerken van de Br03 de Bullet | spoor Z 1:220

Eindelijk na drie dagen kan hij dan het spoor op. En inderdaad: hij loopt dik 150km/u en gebruikt héél weinig kolen...

Br03 de Bullet met geblakerde rolluiken| spoor Z 1:220

Meer locs