Der Baue Rytter, verhaal uit Thalgau

De Blaue Rytter

Historien van Thalgau
om voor te dragen
door Edubaert

Klik hierboven op het origineel of lees hieronder de vertaling:

Het was ten tijde van Odulph V. Hij was de 2de Gouwgraaf van heel Ober- en Niederthalgau, dat zeer ver ten noorden van de Thalgau een Saksische Burcht stond. Deze werd verlaten! Niemand was bekend waarom de oude ridder die daar woonde was heengegaan. Maar wij weten het…

Het kwam door verraad! Want ooit had Wittekind de Sakser een zoon. Hij, Robert de Sterke groeide op tot een krachtige, dappere ridder. Nu was daar in het verre noorden de dreiging van een oorlog. Want ridders uit het nog verdere noorden, Pruisen genaamd, belaagden burcht na burcht. Robert, de zoon van Wittekind, trok op, maar werd verraden door een van zijn eigen krijgers. Ten dode toe gewond door zijn eigen zwaard werd hij naar de burcht van zijn vader gebracht waar hij het leven liet. Nu liep Wittekinds erflijn dood! De oude ridder trok naar het zuiden. Daar, hoog in de bergen van Oberthalgau vestigde hij zich. Niemand weet waar, ook wij niet…

Der Baue Rytter, verhaal uit Thalgau

Als de nevels de eiken van het woud omhullen hoort men de ridder te paard soms nog op de bergwegen galopperen. Maar niemand zag ooit zijn gezicht en zijn naam werd slechts stil gefluisterd. Het was Wittekind, de Sakser. Nooit was hij in Thalbrück, nooit bij een toernooi, noch op markten. Geen schildknaap had hij en ook wie zijn paard besloeg was niet bekend.

Nu werd in die vroege jaren ook Thalgau steeds door de Pruisen belaagd. Gouwgraaf Odulph wist wat Wittekind was overkomen. Hij liet op alle bergwegen pamfletten aanslaan die de ridder uitnodigde in de ridderzaal te Thal Burg. Nu bood Odulph hem de uitgelezen kans op zich op de Pruisen te wreken.

Saksers zijn uitstekend met het zwaard en Wittekind leerde deze kunst aan al Thalgaus ridders. Samen zouden zij optrekken en de Pruisen verslaan én Wittekind zou worden beloond:

Nier   bied   ik   u   Edele   nog   de  zegen dat u
wanneer   u   onverslagen   weder  komt
mijn  eerst geboren dochter mag huwen
om daarbij een nieuwe erflijn te stichten.

Zo zou Wittekinds wraak op de Pruisen de nieuwe weg tot een erflijn banen, al was zijn dochter bepaald geen schoonheid. Maar dat wist de Sakser niet want het was in die dagen ongebruikelijk dat men zijn bruid als prijs mocht aanschouwen.

Nu had Odulph zich onder dreiging van de Pruisen wel een probleem op de hals gehaald, daar zijn dochter al in haar kindertijd was beloofd aan een Frankische prins. Nu loerde er ook een Frankische dreiging.

Odulph besloot tot een list en liet twee van zijn ridders de hele Thalgau afspeuren naar de allermooiste boerendochter. Zo vond men op een hoeve te Rosenthal Rosalinde, een uitnemend schone maagd. Zij kon als dochter van een lijfeigene meegenomen worden naar de Thal Burcht. Terwijl Odulphs eerstelinge in gevangenschap in de burchttoren haar Frankische prins moest afwachten werd Rosalinde haar nieuwe lot als eerste dochter ingeprent.


Der Baue Rytter, verhaal uit Thalgau
Na lange strijd keert Wittekind triomferend terug en huwt zijn prijs. Maar na enige tijd komt hem ter ore dat zijn beeldschone bruid niet Odulphs dochter is. Het krenkt de ridder diep dat zijn eer is geschonden. Hij verlaat zijn mooie bruid en trekt zich opnieuw terug in Oberthalgau.

Nier   nu   zal   mijn   vloek  u  treffen,
daar ik Thalgaus eerstgeboren dochters
roven    zal   zo    vaak    ik   terug   kom
om  daarbij  vele  erflijnen  te  verkrijgen!

Bovendien zwoer hij dat Odulphs dochter de eerste zou zijn… Nu was het met Odulphs rust gedaan. Hij besluit zijn dochter zo snel het maar kon naar haar aanstaande te brengen.

Toren | Z scenery 1:220

‘s Morgens vroeg is het, dat onder de beschutting der nog blauwe nevels, een stoet ongemerkt de poort verlaat. Langzaam daalt een wagen, omringd door ridders de Burchtberg af over de Thalbrück. Daar kiest men de hoge weg door Oberthalgau naar de Franken. Odulphs dochter lijkt volkomen veilig. Maar dan, op het steilste der bergweg worden de paarden onrustig en steigeren. Twee, drie ridders springen toe.

Daar doemt uit de blauwe en grijze ochtendflarden een gestalte op, een ridder te paard. Met zijn zwaard slaat hij in een slag de huifdoeken aan flarden en rooft de dochter van Odulph. In de nevels van het blauwe uur verdwijnt hij met haar en sindsdien heeft niemand nog ooit iets van haar vernomen. Men weet niet waar hij is gevestigd, geen steen (stenen huis) is daarvan bekend. Er zijn er die hebben beweerd dat zij nog in de nevels van het blauwe uur het paard van de ridder hebben horen galopperen, een blauwe ridder…

Nog steeds zal geen redelijk mens in de blauwe nevels van de ochtend zijn oudste dochter naar buiten laten gaan, zelfs niet om het vee te melken...
rand romaans bl b