Auto typen
In de 19de eeuw waren heel wat uitvinders bezig met autotypen. Er ontstond een heel scala naar ieders wens.
Hier worden acht autotypen beschreven, ieder met een voorbeeld opZ. Om het leuker te maken komen daar nog wat buitenbeentjes bij. Rond 1900, amper veertien jaar na Marcus auto, rijdt er al een veelheid aan autotypen die eigenlijk alle zijn afgeleid van vroegere Franse koetstypen. In een eenvoudig schema staat een achttal typen:
Tonneau
De Tonneau is een volkomen open wagen met één achterbank. De carrosserie is oorspronkelijk afgeleid van een koets of schip in tonvorm. De Britten noemden dit een Governess car. De wagen heeft achter geen zijdeuren, maar één achterdeur.
(Double) phaëton
De (double) Phaeton, 'zonnewagen' kreeg zijn naam van de zoon van Helios, de zonnegod. Als koetstype noemde men hem sinds 1735 Sedan. Hij heeft een verhoogde achterbank met zijdeuren en een apart compartiment voor de bestuurder. De passagiers hebben vaak een neerklapbare kap.
Demi Limousine of Limousine Carrée
De (demi) Limousine, of Limousine Carrée lijkt op een Sedan, maar hier is een (glas) paneel tussen de bestuurder en de passagiers. Soms is er een spreekbuis of hoorn om de bestuurder te commanderen. De ruit is later draai- of zinkbaar met een handel of motortje.
Landaulet
De Landaulet, kleine Landauer, bestaat uit drie gescheiden compartimenten, één voor de bestuurder, één voor passagiers en één voor bagage. Als koets had de Landauer een gesloten coupé met een neerklapbare kap over de achterste bank wat ook de Landaulet karakteriseert.
Cab
De Cab kennen we alleen nog als Britse taxi, maar was een wagen met onbeschermde bestuurder. Ver daarachter zit een riksja-achtige neerklapbare kap. Bij de allereerste zat de bestuurder hoog achter de kap, maar zijn hoge positie werd al gauw door de passagiers verafschuwd.
Coupé
De Coupé is bekend als 2-deurs wagen voor max 3 inzittenden. Met een een uitklapbare achterzit (dicky seat) wordt hij club-coupé genoemd. De bestuurder is letterlijk afgesneden (coupé) van de twee pasagiers in hun luxe cabine met neerklapbare kap.
Omnibus
De Omnibus is eigenlijk een grote limousine, maar bedoeld voor meerd passagiers op achter elkaar geplaatste banken. Uit de 'openbare' limousine ontstond de vorm van openbaar vervoer die we nu gewoon bus noemen.
auto-nomenclatuur
Dit zijn maar acht van de vele typen. Franse, Duitse, Engelse en Amerikaanse koetsbouwers hadden nog veel meer namen voor allerlei typen. Ze zijn te vinden in de PDF: auto-nomenclatuur .
Fantasietypen
Daarnaast zijn er nog vele fantasietypen zoals Maxwells en Mercers Raceabouts of de Thomas Flyabouts, maar die zijn steeds aan één merk gebonden. Helemaal uniek zijn speciaal gebouwde wagens zoals Malcolm Campbells Blue Bird die in 1933 werd gebouwd om alle snelheidsrecords te breken.
Ik heb daar een bouwplaat van verkleind opZ en er twee geproduceerd.
De vroegste periode
Nu bouw ik graag modellen uit de vróegste periode van de auto. Van bovenstaande acht typen heb ik dus voorbeelden opZ gebouwd. Rond 1964 bracht een olieboer met Jacobsschelp een aantal gratis bouwplaatjes uit van oldtimers die je nu nog kunt downloaden en verkleinen naar Z.
Een probleem is alleen dat je ze dan niet kunt bouwen vanwege de microscopische details. Je moet die bouwplaatjes dus zorgvuldig vertalen opZ, rekening houdend met materiaaleigenschappen en visueel nut. Dat heb ik geprobeerd. Volgende keer kun je zien hoe je een Thomas Flyabout bouwt opZ